Important addendum in 2021: Please let’s say goodbye to this president.
Important addendum in 2017: Say hi to former mr. President!
Elke week schreef en kreeg ik minstens één brief.
Ik heb er geen één meer. In een zeldzame opruimbui gooide ik alle kladjes weg. Uit een onbedwingbare nood aan orde in mijn lade. Omwille van een nog onbestaand gevoel voor nostalgie toen. Het was sterker dan mezelf. In een onbewaakt moment besloot ik: weg ermee.
Waar ik mijn inspiratie bleef halen voor mijn schrijfsels of wat ik te vertellen had, weet ik niet meer. Of wel, maar uit schaamte doe ik alsof ik het niet meer weet. Het is ook nooit waar geworden, wat ik te vertellen had …
Wie ik wat te vertellen had, dat weet ik nog wel. De stempel op de postzegel zei alles: ik had pennenvriendinnen in Borgloon, Bredene en Ruiselede. Jarenlang!
En toen ging ik bloggen. Met onbestemde ontvangers. Het maakte in feite niet uit wie mij las.
Wat ik te zeggen had – of heb -, laat ik afhangen van het moment.
Een ingeving, een vaststelling, een overweging.
Ik weet maar al te goed wat waar is en wat ik wil dat waar is.
Net dat doet mij – wie zal ’t zeggen? – misschien wel het liefst van al schrijven.
Een bewaakt moment van concentratie en creatie. Het is sterker dan mezelf.
Mijn schrijfsels reizen de wereld rond op het immense internet, onbestemd en onbewaakt.
Of toch niet helemaal onbewaakt, want de anonieme statistiekenteller op mijn blogje weet precies waar en wanneer ik gelezen word. De stempel op die teller zegt alles: ik schrijf voor lezers in België, Frankrijk, Nederland, Spanje, Moldavië, Oostenrijk … ik ga zelfs de plas over. De Atlantische én de Indische.
Af en toe weet ik heel zeker dat mijn onbestemde lezers mijn vrienden zijn die ik graag mondeling lastig val met mijn ingevingen en overwegingen, maar die een jaar in het verre Noorden zitten, in Duitsland wonen, of een business trip maken naar Londen. Die maar al te goed weten wat waar is en wat ik wil dat waar is.
Eén eenzame lezer, een weerkerende hit in de VS leest mij vooral ’s nachts. Hij werd mijn beste pennenvriend, maar niet van in ’t begin … Onze vriendschap is gegroeid. Geworden tot iets moois en dierbaars. En hij schrijft mij geeneens. Nee, hij komt alleen maar regelmatig kijken of ik iets nieuws te melden heb: een ingeving, een vaststelling, een overweging … Hij schrijft mij niet terug, maar is erg trouw en dat stelt me gerust. Hij kan goed luisteren, is niet betweterig en verre van grootsprakerig. Zoals een goede vriend moet zijn … Hij weet wat waar is. En dat het waar is wat ik schrijf.
Ik weet zeker dat mijn trouwe lezer niemand anders dan mr. President hemzelf is. Hij luistert en is niet betweterig. Ook al spreekt hij mij nooit rechtstreeks met mijn naam aan, hij spreekt echt goed, en is nooit grootsprakerig. Er wonen veel ergere mensen in de VS. Ik luister niet naar hen. Ik hou mijn hart vast, want ze stellen me niet gerust. Ik wil hen niet als vriend. Nee, geef mij maar iemand die goed luistert. Of leest …
Mr. President, ik hoop dat je iets leest wat je geruststelt. Een ingeving, een overweging, een aangename verpozing …
Graag gedaan, he, mr. President, that’s what friends are for. En echte vrienden weten maar al te goed wat waar is en wat ik wil dat waar is.