Probleemschets

“Dit lijkt me echt iets voor jou”, lees ik.
Als ik zoiets hoor, loop ik óf weg, óf ik bijt me vast.
Ik kies voor de tweede optie.
Edoch, mijn tanden moeten vaak lossen. Té vaak naar mijn zin.

De protagonisten in dit verhaal:
a) twee slakken, een snelle en een langzame (de volgende keer heten ze S1 en S2).
b) een sla en een courgette, standvastig in de grond, op X-aantal meter van elkaar, – rara, hoe groot is X? -.
c) ons pa, een simpele boerenjongen, die vroeger zelf landbouwmachines in elkaar laste – zonder dat er ook maar één formule aan te pas kwam -, en die zich nu op sudoku puzzels toelegt – “goed voor mijn hersenen”-, en er mij geregeld één toespeelt als hij vastloopt.
d) mijn broer, een boerenkotter – van toen er nog geen bio-ingenieurs waren -, die na zijn eerste les biologie raar opkeek toen bleek dat ik, student psychologie, kon meepraten over – bijvoorbeeld – het ganglion.
e) ik, een dochter van de vader en een zus van de broer, die zichzelf soms omschrijft als een “polyvalente zaal, want van vele markten thuis”, geïntrigeerd door, onder meer, wiskundige formules en problemen –  “het zijn maar raadsels”-, en die uiteindelijk een dr. in de psychologie wordt, met een voorliefde voor  statistiek – “iedereen zijn afwijking”- en integralen, zeker als 17-jarige dochters van vriendinnen erom vragen –  “het zijn maar raadsels, toch?” -.
f) enkele slimme ingenieurs uitblinkend in logica, rekenkundigheid en hulpvaardigheid, die ik nét in die eer – of ‘eren’-  weet te raken.
g) mijn eer, die zich liever stevig vastbijt in een raadsel, dan dat hij diep geraakt wordt in hulpeloosheid –  ik ben een dr. voor iets, ja? -.

Raadsel dat ik toegespeeld krijg – niet onmiddellijk levensgroot van aard, maar toch -:
Twee slakken moeten een afstand overbruggen; 1 van de courgette naar de sla en de ander van de sla naar de courgette. Op 1 moment ontmoeten ze elkaar en dan is de snelle slak 2 meter verder dan de langzame. Hierna moet de snelle nog 8 minuten overbruggen en de langzame 18 minuten. Wat is de totale afstand tussen de sla en de courgette? ..

Een makkie, toch? Zo’n typisch vraagstuk – van een quiz – dat je tussendoor oplost op papier, terwijl je teamgenoten de actualiteitsvragen beantwoorden.

Helaas. Mooi niet! In mijn geval.
Een tekeningetje maken.  – Geen soelaas!
Vergelijkinkjes opschrijven à la X1 + X2 = X. – En?
Weten dat de snelheid niet meer is dan de afgelegde weg gedeeld door de tijd. – Ja?
Beseffen dat er te veel onbekenden zijn.  – Welke moet ik dan vervangen door welke?
Opnieuw beginnen en weer  blijken vast te lopen. – Huh?

Bovendien doemen levensgrote vragen op:
a) Ik wist helemaal niet dat slakken ook courgette lusten? Sla, ja. Basilicum ook, en hosta, ja, allemaal al proefondervindelijk ondervonden. Maar courgette?? Zitten ze dan aan het blad of in de courgette zelf? Ik kijk de volgende keer wel uit als ik weer een exemplaar uit de tuin van ons pa toegespeeld krijg. Weet ons pa dat eigenlijk? Zet hij niet beter andere groenten in zijn tuin?
b) Gaat het om naaktslakken of hebben ze een huisje? Belangrijk als ik een tekening maak, toch?
c) Legt de snelle of de langzame slak zich toe op de sla? Waarom kiezen ze niet voor hetzelfde menu?
d) Laten ze iets over of eten ze alles op? In dat laatste geval hoeven ze helemaal geen afstand te overbruggen?
e) Wie zegt dat de slakken zich in een Euclidisch vlak voortbewegen? Misschien kruipen ze wel in boogjes? Of springen ze van de sla naar de courgette – of andersom-, een perfecte paraboolbaan beschrijvend? Hoewel, als het hard waait, zullen de slakken geheid afwijken van die paraboolbaan! Is die afwijking afhankelijk van de snelheid waarmee de desbetreffende slak aanloopt en afzet?
f) Groeten slakken elkaar als ze elkaar ontmoeten? Zoals motards doen?
g) Als de ene slak telkens, per tijdseenheid, – bijvoorbeeld – de helft van de afstand van de andere aflegt, dan komen ze elkaar toch nooit of te nooit tegen? 

Ik breek me een punthoofd van jewelste. Maar kom geen meter vooruit.
In tegenstelling tot mijn twee protagonisten. Waarvan men beweert dat ze zich tergend traag voortbewegen.

Helaas, helaas. Al mijn eer te spijt, ik heb hulp nodig. En gauw! Om mijn eer te redden!

Wordt vervolgd met: nog geen wiskunde, en dan toch wel wiskunde

3 thoughts on “Probleemschets

  1. Pingback: Kom jezelf eens tegen | Hedwig Bogaerts

  2. Pingback: Nog geen wiskunde | Hedwig Bogaerts

  3. Pingback: Wiskunde | Hedwig Bogaerts

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s